Blenden: Het mengen van verschillende soorten koffiebonen om een uniek smaakprofiel te creëren.
Koffiebonen: De zaden van de koffieplant die worden geroosterd en gemalen om koffie te maken. Arabica en Robusta zijn de meest bekende soorten koffie.
Filterkoffie: Koffie die wordt gezet door heet water door gemalen koffie te laten druppelen. Deze zetmethode, vaak gebruikt in koffiezetapparaten, levert een heldere en smaakvolle koffie op.
Latte: Een espresso met veel gestoomde melk en een dun laagje melkschuim bovenop.
Americano: Een espresso aangevuld met heet water, waardoor het een lichtere smaak krijgt, maar wel de complexe smaken van de espresso behoudt.
Cappucino: Bestaat uit een espresso met gelijke delen gestoomde melk en melkschuim.
Mocha: Een combinatie van espresso, gestoomde melk en chocoladesiroop, vaak met slagroom bovenop.
Flat white: Een dubbele espresso met evenveel gestoomde melk en een dun laagje melkschuim.
Espresso: Een sterke koffie met een mooie crema die wordt gezet door heet water onder hoge druk door fijn gemalen koffie te persen. Espresso vormt de basis voor veel koffiedranken zoals cappuccino en latte.
Oploskoffie: Wordt gemaakt door vers gezette koffie in de branderij te drogen via vriesdrogen of sproeidrogen. Hiermee krijg je een koffie die snel te zetten is, door enkel heet water toe te voegen, en daarbij ook altijd een mooie constante kwaliteit heeft.
Lungo: Een espresso die met meer water is gezet, waardoor hij minder intens van smaak is.
Décafé: Koffie waaruit de cafeïne is verwijderd, ideaal voor mensen die cafeïnevrij willen genieten van koffie zonder in te leveren op smaak.
Arabica: Arabica koffie is afhankelijk van de verwerkingsmethode sterk en aromatisch van smaak (gewassen arabica), of juist mild en makkelijk drinkbaar (ongewassen arabica).
Robusta: Robusta koffie is sterk, kruidig, bitter en zoet van smaak. Robusta bevat meer cafeïne dan Arabica en wordt vaak gebruikt in melanges om meer complexiteit te creëren in de koffie.
Koffieblend: Een mengsel van verschillende soorten koffiebonen om een gebalanceerde smaak te creëren. Blends zijn geliefd vanwege hun veelzijdigheid en complexiteit.
Koffieboerderij: Boerderijen waar koffieplanten worden verbouwd. Deze zijn cruciaal voor de wereldwijde koffieproductie.
Koffiedik: De overblijfselen van gemalen koffie na het zetten. Koffiedik kan worden hergebruikt voor compost of andere toepassingen.
Single Origin: Koffie die afkomstig is uit één specifieke regio of boerderij. Single origin koffie staat bekend om zijn unieke smaakprofiel.
Koffiebonen: De zaden van de koffieplant die worden geoogst en verwerkt om koffie te maken.
Malen: Het vermalen van gebrande koffiebonen. Hoe grof of fijn de koffie gemalen wordt is afhankelijk van de beoogde zetmethode.
Extractie: Het proces waarbij heet water door gemalen koffie wordt geleid om de oplosbare stoffen te extraheren die de smaak van de koffie bepalen. Dit gebeurt tijdens koffie zetten.
Cupping: Een gestandaardiseerde methode om de smaak en kwaliteit van koffie te beoordelen door het proeven van één of meerdere koffie’s.
Fermentatie: Een stap in de gewassen verwerking van koffiebonen waarbij de bonen worden gefermenteerd om het resterende vruchtvlees en de pectine laag te verwijderen. Fermentatie heeft ook invloed op de smaakontwikkeling in de bonen.
Droging: Het drogen van koffiebonen gedurende de verwerking van koffiebes tot koffieboon om het vochtgehalte te verlagen tot een stabiel niveau voor opslag en transport.
Hullen: Het verwijderen van de laatste laag om de gedroogde koffiebonen voordat deze klaar is voor transport.
Sorteren: Het scheiden van koffiebonen op basis van grootte, gewicht en kwaliteit.
Gewassen koffie: De verwerking van koffiebes tot koffieboon waarbij water wordt gebruikt noemen we de gewassen methode. Gewassen koffie heeft een sterke en aromatische smaak.
Ongewassen koffie: De verwerking van koffiebes tot koffieboon waarbij geen water wordt gebruikt noemen we de ongewassen (of droge) methode. Ongewassen koffie heeft een milde en zachte smaak.